daanvanbaal.reismee.nl

Week 30 + 31 + 32 + 33

Eenmaal in het hartje van de Amazones gearriveerd, viel ons meteen op dat in het pitoreske stadcentrumpje van Santárem niet veel te beleven viel. Dat was dan ook niet ons doel voor het aandoen van deze tussenstop richting Belèm en we waren allang blij om na 2 dagen van die boot af te zijn. Het is weliswaar een ervaring opzich om met een boot de Amazone-rivier af te varen, maar ook een vrij onhygiénische trip met behoorlijk smerig voedsel. Wat ons min of meer dwong louter op ham-kaas tosti´s te leven. Ons doel betrof het aandoen en overnachten in de adembenemende flora en fauna van de Amazone-jungle. Allereerst hebben we een hottelletje gezocht en ons (broodnodig) opgefrist om vervolgens op zoek te gaan naar een geschikte tour, het hart van de jungle in. Echter, alle aangeboden tours bleken boven de 100 euro uit te vallen, waardoor we besloten dit onvoorzienbare avontuur op eigen houtje te ondernemen. Na een dagje Champions League, halve finale kijken en een aangename ontmoeting met een, ons bekende Engelsman (samen de tour in Manaus genomen), hebben we de benodigde authorisatie opgehaald en zijn de volgende dag richting de jungle vertrokken. De tocht er naartoe nam meer dan 1,5 uur in beslag met de laatste 3 kwartier over onbegaanbare, doch schitterende weggetjes door het oerwoud. Via toeristen-info. hadden we al de nodige aanbevelingen over indianenstammen om te verblijven. Overigens, bleken we net op tijd te zijn gearriveerd, want het water van de Amazone-rivier stijgt elk jaar 15 meter. En een prachtig (, gelijkend caribbisch) strandje net buiten Santárem, wat we eerder trachtten te bezoeken, bleek al volledig onder gelopen te zijn. Slechts de dakjes van de tipi´s rezen nog boven het water uit, wat een komisch aanzicht was. Ook de, door ons geprefereerde indianenstam bleek onbereikbaar, waardoor we één stam eerder werden gestationeerd. Dit bleken erg gastvrije mensen, die inmiddels niet meer traditioneel op een houtje leefden. Gesponserd door een grote bank, waren ze voorzien van een mooi, betonnen huisje met stromend water, keuken, TV en zelfs een schotel naast het huis, die bijna net zo groot was als het huisje zelf. Wel sliepen ze in hangmatten en met meerdere op een kamer, want vanzelfsprekend waren het vrij grote gezinnen. Verder hadden die mensen erg weinig tijdverdrijf overdag en gingen de kinderen niet naar school. Waarschijnlijk werden ze opgeleid tot gids om de volgende generatie avonturiers te kunnen behagen. De man des huizes heette Bêbe en was hilarisch. Hij had namelijk een erg komische uitstraling en van elke dag dat hij leefde, leek te genieten. Wat je ook tegen hem zei, bleek hij even grappig te vinden als het vorige. Daardoor hebben we een hoop gelachen met elkaar en na een paar biertjes heeft Daan zelfs de klassieker: 'Ik heb een mop... 2 tieten in een envelop!' erin gegooid, waarna we Bêbe bijna van de grond moesten oprapen van het lachen! Na diezelfde dag de eerste bus naar de jungle gemist te hebben en een lange tocht naar de 'Maguari' (de betreffende indianenstam), kwamen we pas ´s middags aan in de jungle. Na het ophangen van onze aangeschafte hangmatten (tevens leuke souvenirs), besloten we alleen de jungle in te wandelen. Vrijwel meteen zagen we al een paar mooie vlinders en vogels om een honderd meter verder een overstekende, mooie zoetwater-schildpad te ontdekken. Hij was ongeveer zo groot als een mensenhoofd en bedekt met fel-oranje vlekken op zijn donkerbruine schild. Ik (Martijn) heb het beestje even ter hande genomen om ermee voor de foto te poseren. Ik heb hem Jopie genoemd. Op de terugweg begon het al te schemeren en rond die tijd ontwaken de nacht-dieren. Dat hebben we geweten ook! Plotseling stikte het van de vleermuizen en begon het zicht steeds slechter te worden. Op onze hurken moesten we onze weg uit de jungle zien te vinden, want die hondsdolle vliegers vonden het leuk om op een meter van de grond te vliegen. Eenmaal ontsnapt uit deze penibele situatie zijn we nog even gaan poulen bij een lokaal barretje om ons daarna op te maken voor onze eerste nacht in het hart van het Amazone-oerwoud. Overigens zat eten ook in het verblijf inbegrepen, maar daar zullen we het maar nooit meer over hebben. Het zou ons niets verbazen als we vleermuizen zaten weg te bunkeren. De nacht was rustig en lang, aangezien we de volgende dag pas om 12 uur de geleide tour kon beginnen, vanwege de aanhoudende regen. In het tropische 'regenwoud' regent het namelijk elke dag. Het betrof een wandeltocht van 4 uur, ver en soms kappend de jungle in. Onderweg zijn vele diersoorten tegen gekomen, met name toen de lucht opentrok en de jungle opdroogde. Vrijwel direct nam het animale geluid toe en verschenen de dieren overal. We hebben natuurlijk apen gezien, maar ook prachtige vlinders, spinnen (de holen van de tarantula), 3 soorten toekans en een klein, zwart kikkertje met fel-oranje en -gele vlekken. Deze was zeldzaam en bleek giftiger dan de giftigste cobra! Daarnaast natuurlijk prachtige bloemen, gigantische palmbladeren en 300 jaar-oude bomen gezien, van 40 meter in omtrek. Aan een liaan geslingerd, wat niet mag ontbreken in de wereld van 'Tarzan' en langs de oude woonplaats van Bêbe´s voorouders gekomen, de oud-inheemse stammen. Kortom, een schitterende en indrukwekkende ervaring, die persoonlijk ervaren dient te worden om de pracht er echt van in te zien. Bijvoorbeeld 'Discovery' geeft een aardige impressie, maar het is natuurlijk niet te vergelijken met daar zelf doorheen te dwalen. Terug in de community hebben we de indrukken even op ons in laten werken en zijn daarna een kano ingestapt, om nog een lekker rustig vistochtje op piranha´s te beleven. We zijn diep de ondergelopen bossen in gevaren en daar hebben we een geschikt
visplekje gevonden. Daar vistte Bêbe na een half uurtje, een piranha uit het water met slechts een stukje vrucht van een struikje in de buurt. Ook dit beestje kreeg de eer om te mogen poseren voor een foto om vervolgens naamloos in het diepe te verdwijnen. Morgen was namelijk Bêbe´s visdag en dan zou die wel even 15 andere omhoog hengelen! Na deze heerlijke dag hebben we ons gastgezin hartelijk bedankt en zijn we teruggegaan naar Santárem. Er bleek geen bus meer te gaan Belèm, vanwege het hoge water en de straten stonden met de dag blanker. Een dag later hebben we een goedkope vliegreis naar Belèm gevonden, die niet veel in prijs scheelde met de boot en ons van een mooi, laatste uitzicht over die overweldigende Amazones verschaftte.
We vlogen om 7 uur s´ochtends en kwamen rond 9 uur aan in Belèm. Het was een modern vliegveld met veel activiteit, wat eigenlijk de hele stad wel representeerde. Vooral vanwege de gunstige ligging van Belèm, als omschakkelpunt tussen de Amazones en de Oostkust. Na een kort busritje richting het authentieke stadscentrum, vonden we meteen een heerlijke hotel voor een goede prijs. Het centrum stond bol van cultuur, groenrecreatie en architectuur uit verschillende tijdsperiodes. Met name de sfeer in de stad sprak ons al direct aan.
De dag na onze aankomst hadden we verschillende plannen, aangezien ik (Martijn) op zoek moest naar een dosis Malaria-pillen, wat overigens niet verkrijgbaar bleek en Daan alvast een rondje side-seeing in gedachten had. Maar diezelfde avond nog was het plan om samen onze eerste Braziliaanse voetbalwedstrijd te bezoeken. Alvorens waren we slechts 4e divisie-teams tegen gekomen en op een mooi stadion in Manaus na, geen proffessionele teams. Één van deze teams was een locaal elftal uit Santarèm, bijgenaamd 'Pantera Negra' (Zwarte Panters),
die ook in hetzelfde vliegtuig als wij zaten. Die betreffende avond namen ze het namelijk op tegen de profs van Paysandu, het beste team uit Belèm. Dit team speelt ook slechts 3e divisie, maar heeft zo´n 5 jaar geleden nog de Copa Liberatadores (Zuid-Amerikaanse Champions League) gehaald, via 3 verschillende bekers en daarin het grote Boca Juniors met 1-0 verslagen in La Bombanara (het stadion van de Argentijnse kampioen). Inmiddels waren ze dus afgezakt naar de 3e divisie, maar genoten nog altijd een gigantisch stadion. Onze timing kon niet beter, want op deze dag werden alle regionale kampioenschappen afgewerkt. Die in Brasilié worden beschouwd als de eerste helft van het seizoen en/of het kampioenschap. Heel belangrijk dus! En wat een wedstrijd kregen we voorrgeschoteld! Paysandu slachtte Sao Raimundo (Pantera Negra) af met maar liefs 6-1 en de sfeer in het stadion was ongelooflijk. Ookal was het verre van uitverkocht. Een maximale voetbalbeleving en dat pas bij zo´n laag geklasseerd team. Ga maar na hoe dat moet zijn bij Serie A-wedstrijden en derby´s in bijvoorbeeld Rio of Sao Paulo. De doelpunten logen er ook niet om en achteraf liepen we mee in de overwinningstoet het stadion uit, waarbij het feest alleen maar groter werd. Ik was dan ook op slag verliefd op deze club! Na nog een dag tevergeefs apotheken en dokters af voor Malaria-pillen, zijn we snel over gegaan op culturele verrijking. Achteraf ben ik gelukkig malariavrij gebleven. We hebben ons verenigd en zijn wat musea, botanische tuinen en een dierenpark gaan bezoeken. In die laatste werd ik nog aangevallen door een hondsdolle vogel. Hij naderde eerst langzaam maar gestaag Daan, die het op een lopen zette. Vervolgens had hij het op mij gemunt en ik kon hem net afweren met de zool van mijn schoen. Gelukkig hebben we de schavuit op foto vastgelegd, zodat zulke ´rare vogels` in de toekomst verhinderd worden, dergelijke praktijken tot uitvoer te brengen. Ook zijn we nog langs de fevallas van Belèm gekomen, waar mensen in zelfgebouwde,houten hutjes op palen woonden. Daaronder bevond zich namelijk de open riolering. 5 Mei hebben we de verjaardag van ons aller 'Maximus Dan' (Daan) nog gevierd met een mooi rondje sight-seeing en s´avonds naar de film. De nieuwe, spectaculaire ´X-men` beviel erg goed en als cadeau kreeg Daan - hoe kan het ook anders - een voetbalshirt van de, door hem geliefde club: Flamengo. Zeker interessant nu Adriano is teruggekeerd naar Brazilié, bij deze club. De volgende dag hebben de bus gepakt naar Sao Luis, wat een tussenstop was richting Fortaleza. Tevens zijn vanuit deze stad meerdere toeristische bezienswaardigheden te bereiken. De stad opzich stond mij (Martijn) niet echt aan en dat had vooral te maken met de mentaliteit van de locale bevolking. Daan wilde vanuit hier Nationaal Park Lençois Maranhenses zien, wat mijn interesse niet kon wekken en een uur of 8 uit de richting lag, dus ben ik vanaf daar voor Daan uit gaan reizen. Ten eerste, naar Piripiri. Daar bevindt zich een gigantisch park met eeuwenoude (190.000 jaar) overblijfselen van vergane beschavingen, prachtige natuur en rots-schilderingen van 5.000 jaar geleden. Met een uitdagende mountainbike-tocht passeer je dan alle hoogtepunten van het park, in een omtrek van zo´n 30 km.

Vanaf hier neem ik (Daan) het ietwat verbaasd over, aangezien het Nationaal Park Lençois Maranhenses 1 van de mooiste verschijningen van Moeder natuur is, die ik heb mogen aanschouwen. Martijn´s desinteresse verrastte mij dus ook, maar de foto's die je er van te zien krijgt en die op vrij veel plaatsen als promotie hangen, zijn meestal niet de beste plaatjes. Desondanks hangen ze er niet voor niets en dankzij de bijbel onder de backpackers ('Lonely Planet'), besloot ik het - 8 uur uit de richting liggende park - toch maar te bezoeken. En terecht, zo bleek. ´s Ochtends vroeg vanuit Sao Luis de bus naar Barreirinhas gepakt. Daar kwam ik, na een mooie rit door de natuur van Brazilie en langs de diverse rieten hutjes, waar men de kleren nog wast in de naastgelegen slootjes, rond het middaguur aan. Een zeer leuk en gemoedelijk dorpje, waar bij aankomst de tourmannentjes al klaar stonden. Diezelfde dag kon ik nog een tour nemen, dat heb ik na de lunch ook gedaan. Een wederom prachtige rit, die we moesten nemen met een kleine truck, elke willekeurige personen-auto was volledig kopje onder gegaan. Na een uurtje of anderhalf gereden te hebben door een groen gebied, langs diverse vestopte families, uiteraard diverse voetbalvelden en op sommige plaatsen onder-water-liggende zandpaden, kwamen we aan bij een flinke duin. Naar ik schat een meter of 60. Bovenop de duin had je een prachtig uitzicht over het groen, waar we zojuist doorheen waren gereden. Eenmaal over de duin heen geklommen, kregen we wederom een prachtig uitzicht, ditmaal over 'Parque Nacional dos Lencois Maranhenses'. Daar werd me duidelijk waarom men hier met zoveel trots de foto's aan de muur op billboard-grote presenteerde. De periode tussen maart en september is de beste tijd om dit park te bezoeken, vanwege het regenseizoen. Door dit regenseizoen (ook wel winter genoemd, met 30 graden en bijna dagelijks regen) is het meer dan een spierwitte woestijn. Je kijkt uit over een 30 kilometer lang park met spierwit zand, 40 meter hoge duinen en te midden van die duinen liggen helderblauwe zoetwater-plassen, die soms de grote hebben van 5 voetbalvelden en behoorlijk diep kunnen zijn. Het is een park waar je echt geweest moet zijn om de magie en schoonheid ervan te kunnen begrijpen. Tijdens de zonsondergang terug gereden richting het centrum van Barreirinhas, waar ik vanwege de gemoedelijke sfeer nog een paar dagjes langer ben verbleven, alvorens ik terugkeerde naar het ooit 'Nederlandse' Sao Luis. Deze stad heeft in mijn optiek niet al te veel te bieden op een aardig, oud centrum na. Niet op de laatste plaats omdat daar nog veel koloniale gebouwen, betegeld met delftsblauwe tegeltjes te bewonderen zijn. Vervolgens ben ik via Teresina, Piripiri, Teresina en weer Piripiri doorgereisd naar Fortaleza, waar Martijn inmiddels vanuit vertrokken was richting Natal. In Fortaleza, wat ooit ook al van Nederland was, beleef je van alles. Ik werd afgezet voor een Heineken-cafe, wat beschilderd en versierd was met diverse Feyenoord logo's en attributen. Ik was maar net 5 minuten aan de wandel, op zoek naar een slaapplek, en een griet riep me terug en probeerde me zonder pardon op straat al aan te randen en nodigde me uit om bij haar te verblijven. Niet veel later kwam er een 12-jarig zwervertje een half uur lang, al porrend schooien om 1 Real (33 eurocent), maar gelukkig werd ik gered door een 'parkeerwachter', die door middel van het zwaaien met een handoekje moet zorgen dat de 3 auto's, die ze daar kwijt kunnen, binnen de lijntjes parkeren (uiteraard wilde ook hij voor zijn aangeboden hulp 2 reais). Bij het bezoeken van het oude centrum, werd ik nog behoorlijk lang vergezeld door een soort van vrouw, die waarschijnlijk diverse ziektes tussen de benen heeft zitten. Uiteraard vroeg die of ik sex in mijn hotel wilde, waar ik weinig zin in had. Vervolgens probeerde ze me over te halen door te zeggen dat het maar 3 euro kost en een van haar schimmelheuvels te showen. Vriendelijk verzocht ik haar om het verderop te gaan proberen, maar, zo bleek, het showen van haat tiet kostte 1 Real. Die weigerde me daarna nog met rust te laten en mijn enige redding zou politie of iets van beveiliging zijn. Daar was ik in de buurt, zo werd me duidelijk toen ze ineens aan mijn T-shirt begon te trekken, na het horen scheuren van mijn T-shirt tijdens het weglopen, besloot ik om maar geduldig te wachten tot ze 1 seconden los liet en ik naar binnen kon vluchten. Een andere dag op het strand kom je dan weer een 'behulpzame' gast tegen, die mee loopt naar je hotel en niet onverwachts, 20 meter voor mijn hotel voor 'het eerst in zijn leven, met een goed hart' om de nodige centen vraagt. 3 seconden later werd ik voor 'Fucker' en vanalles uitgemaakt. Ook het Feyenoordcafe, wat midden tussen meerdere kroegen ligt, wilde ik nog even tijdens openingsuren bekijken. Dat is rond middernacht en na 2 stappen in de straat gezet te hebben kwamen de 'gastvrije dames' in bosjes op me af. Na daar met een bocht om heen te zijn gelopen, werd me in het Nederlands, jawel, nageroepen dat ik dan maar op moest zouten. Fortaleza dus, wat toch echt een stad is waar ik best zou kunnen wonen, want het moderne deel is uitstekend en luxe. Ook vind je in Fortaleza de nodige 60-plussers uit NL, zittend in een strandtentje met een braziliaans grietje van 20 aan hun zij. Desondanks een stad die me wel aanstond. Van hieruit heb ik nog een tourtje genomen naar 3 stranden (2 ervan waren benoemswaardig). Gelukkig brak na wat regenachtige dagen de zon weer door, op het moment dat we een stop maakte bij het laatste strand. Daardoor konden we even zwemmen, voor diegenen die wel het zoute water konden waarderen. Tijdens mijn verblijf in Fortaleza werd er ook een Serie B wedstrijd gepeeld, namelijk Fortaleza - Brasiliense, de thuisclub is de oude club van AZ-speler Arie. Als er dan toch gevoetbald wordt, gaan we dat ook maar even bekijken. Waardeloos voetbal en geen sfeer, sinds tijden moest ik mezelf er tijdens deze wedstrijd aan herinnerren, dat voetbal desondanks 1 van de mooiste bezigheden is op deze wereld. Zondag nog wat Braziliaans voetbal uit de serie A bekeken, waar hier diverse wedstrijden gewoon live, voor iedereen met een TV te zien zijn. Zo hoort dat ook!

Week 26 + 27 + 28 + 29

Maandag vroeg in de ochtend, half 2, hebben we het vliegtuig richting Guyana gepakt en zijn daar een uurtje later aangekomen. Door de duane en op zoek naar de volgende slaapplek. Aangezien Georgetown nog een beetje ver van het vliegveld lag en we toch zo snel mogelijk naar een hotelletje wilden, hebben we ons door de taxi-chauffeur maar ergens naartoe laten brengen. En naar wat voor iets, typisch zo´n hotel waar mensen doorgaans een uurtje of 2 verblijven en al de benodigde voorbehoedsmiddelen op de bedrand klaar lagen. Het zag er desondanks verder uitstekend uit en we besloten er dus maar even in te trekken. De volgende dag, op zoek naar voedsel, zagen we voor het eerst bij daglicht de wijk, waar we in beland waren; Een echte achterstandswijk, wat toch zo zijn charmes heeft. Dat dachten we toen, maar niet veel later, toen we ons verplaatst hadden naar Georgetown, bleek al snel dat alles er in Guyana verpauperd uitziet. Alvorens we richting Georgetown vertrokken hebben we eerst nog over langste, drijvende brug ter wereld gelopen. Georgetown dus... nog voor dat we uberhaupt de bus uit waren stonden er al weer mannetjes driftig te vragen of een taxi wilde. Na wat gewandel hadden we ons stekje gevonden en konden we de Stad gaan verkennen. De vele houten gebouwen vallen vooral op, maar wat eigenlijk nog veel meer opviel was het straatvuil, wat overal verspreid lag. In dit opzicht bleef de stad verbazen, want elke straat was weer smeriger dan de vorige. Met stip de smerigste plaats waar we ooit geweest zijn. Kennelijk zijn er toch nog mensen die zich overdreven prettig voelen tussen al dat vuil, want er lagen s´nachts meer mensen tussen het vuil, dan dat er ratten liepen (en ook die waren er in overvloed). Tussen de smerigheid door stonden dus zo hier en daar wat mooie gebouwen, waaronder een kathedraal waarvan men beweerd dat het, het grootste houten gebouw ter wereld is. Georgetown bezit ook een mooi museum, waar ons kikkerlandje ook nog met regelmaat naar voren komt. Ooit was Guyana onder Nederlands bewind. In het gehele land zijn nog steeds invloeden van onze voorvaders te bezichtigen, waaronder de vele sluizen, slootjes en plaatsnamen als Blygezicht en Vreed-en-hoop. Buiten dat, ook nog een Ford genaamd Zeelandia, gebouwd door de Nederlander op 1 van de vele eilandjes in de Essequibo rivier. Uiteraard moesten we die gezien hebben en zijn we liftend in een truck richting Parika gereden om daar de tocht per boot voort te zetten naar het betreffende ford. Net als ons landje was het fort klein maar fijn. In dezer dagen hebben we ook nog de Botanical Gardens van Georgetown bezocht, hierin leven onder andere de Zeekoe (Manatee) en een grote variteit aan vogels. Na de zeekoe vriendelijk begroet te hebben nog een dierentuin bezocht. Een interressante dierentuin, omdat alle dieren, die er in uiterst minimale kooien tentoon werden gesteld, in Guyana en omstreken leven. Als afsluiter van de dag zijn we een behoorlijke tijd naar de Anaconda blijven staren, deze had namelijk 3 kippen in zijn kooi. Ons geduld werd bijna beloond, ware het niet dat de kip over een behoorlijkt reflex beschikte en net voor het sluiten van zijn bek weg kon komen. Aan het einde van de week zou ik (Daan) eigenlijk een trip hebben richting Kaieteur en Orinduik. Vrij prijzig, maar ook hier, claimt het Guyanese volk de grootste single-drop waterval ter wereld te hebben (200 meter). Die kon ik als heus watervallen-mens natuurlijk niet missen. Jammer genoeg was ik kennelijk 1 van de weinige die beide watervallen wilde zien, want er waren te weinig gegadigde en dus kon de trip - waar ik al een tijdje naar uitkeek - niet doorgaan. Uiterst Spijtig. Toen moest de keuze gemaakt worden of het donderdag nog een keer proberen of doorreizen naar Brazilie de volgende morgen. Mijn keuze viel op het nogmaals proberen de eerstevolgende donderdag. Om de tijd tot de betreffende donderdag te overbruggen hadden we de resterende 4 dagen duidelijk een andere indeling van de dag. Zo besloot ik om nog maar een keer terug te gaan naar het stadspark, dit keer wat vroeger. (Ik vertrok ongeveer een uur, misschien 2, nadat Martijn zijn bed in dook). Met een omweg naar het park gelopen, over de Seawall, een muurtje gebouwd door wie anders dan de Nederlanders, om de helder bruine zee tegen te houden. Aangekomen bij de Botanical Gardens heb ik op mijn gemak vogels bekeken en vooral weer veel papegaaien gezien, de kleine groene versie ervan en nog vele andere (roof)vogels. De op 2 na grootste stad van Guyana draagt de naam New-Amsterdam, met maar liefst 20.000 inwoners. Als je dan als Nederlander toch wat dagen over hebt, kun je dat ook wel even gaan bekijken. Dat heb ik dan ook maar even gedaan. Het zou de spreekwoordelijke schoenen van onze hoofdstad nog niet mogen strikken, maar de reis ernaar toe deedt me wederom verbazen. Het begon al met het zoeken van het juiste busje. Elk busje heeft zijn eigen chauffeur en propper, de proppers hebben er nogal belang bij om het busje zo snel mogelijk vol te proppen. Met name het proppen wordt hier erg letterlijk genomen. Zo werd er aan 3 kanten aan me getrokken, beide armen en 1 om mijn middel, om me hun busje in te krijgen. Daar begint het proppen, maar daar houdt het nog niet op. Vol is hier niet vol. Overvol, ongeveer het dubbele aantal mensen dan er eigenlijk in zouden kunnen, is hier pas vol. Eerder vertrekt het busje ook niet. Dan de rit er naartoe, ook weer een beleving op zichzelf. Veel rotzooi, veel rotte oude huisjes, veel armoede, te veel straathonden (honden zullen er altijd wel te veel blijven) en wilde koeien. 1 van die wilde koeien lag dood, midden op de weg. In de berm zaten een 20 tal mensen en voor de koe stond een ingekort busje. Die blijkbaar met een hoge snelheid die koe geraakt heeft. Halverwege de rit gingen er wat mensen uit het busje, dan denk je: 'goh lekker, even ruimte om adem te halen', echter rijdt het busje niet verder voor hij weer vol zit. Uiteindelijk kwamen we dan aan in New-Amsterdam. Pauperstad, eventjes rond gekeken en weer een mooie rit terug tegoed. Dit keer raakte ons busje een dier, een zwerfhond. Eventjes stoppen om de voorkant van het busje schoon te maken en weer verder. De volgende dag zou het dan eindelijk gaan gebeuren, een tour naar Dé waterval! Dit keer niet naar beide watervallen, maar naar Dé waterval (Kaietuer) en een resort. Dit alles MITS er nu wel voldoende mensen waren en het weer mee zat. En jawel hoor, ik kon eindelijk naar mijn waterval toe. In een mooi, oud vliegtuigje voor 10 personen vertrokken we vanuit Georgetown richting Kaieteur. (Kaie = de naam van een zot die de waterval besloot af te varen in zijn kano, teur = Amerindiaans voor waterval). De vlucht ging een uur lang over het regenwoud, totdat een waterval mijn aandacht trok in een gebied, waar de ene rotsheuvel na de andere de grond uit stak. 30 seconden later keken we dan recht op Dé waterval. 30.000 gallon in één seconde naar beneden vallend over een afrond van 250 meter, een ongelooflijk, schitterend natuurverschijnsel! In dit adembenemde natuurgebied leven tevens zeldzame dieren en planten. Nou moet ik jullie de naam van de plant, die uitgerekend netjes voor mijn camera poseerde, schuldig blijven. De 2 zeldzame dieren, die alleen in dit gebeid (en ver daarbuiten, in Brazilie) leven, kwamen we die dag ook nog tegen, genaamd de Golden Frog en Cock-of-the-rock. 2 bizarre verschijnselen, de ene is 160.000 zo giftig als cocaine en de ander heeft een hanenkam van snavel tot nek lopen. Na dit mooie uitstapje, wat mijn geld al zeker waard was, werden we nog door gevlogen naar een resort op 1 van de 1000 eilanden in de Essequibo-rivier om even een lekkere maaltijd te nuttige en te onthaasten. Omstreeks 5 uur zat het mooie uitstapje erop en kon ik wederkeren naar het prachtige Georgetown, waar Martijn inmiddels met Marc Overmars een hattrick had gescoord. De volgende dag zou de bus naar Lethem vertrekken, een stadje wat grenst aan niets minder dan Brazilie. Voor deze rit ging plaatsvinden wilde ik nog mijn souvenirsrondje maken, maar helaas was het goede vrijdag en kon een fatsoenlijk souvenir er die dag niet meer in. Een shirt van het nationale elftal was ook niet gelukt, want zelfs bij de GFF (knvb van Guyana) hadden ze geen exemplaren meer liggen. En warempel, om 9 uur waren we op weg naar Lethem, een rit van zo´n 15 uur voor ongeveer 300 km. Deze rit ging dwars door het regenwoud en de savanna´s, wat zo 2/3 van Guyana bezit. Mooi ritje dus, waar we ook nog een kleine versie van de Toekan mochten aanschouwen bij 1 van de tussenstops. De volgende dag tegen de middag kwamen we ook nog eens aan in lethem. Rond de middag, dus het kon niet mooier. En dat allemaal in een bus, die er bekend om staat regelmatig brokken te hebben en dat ook bijna had. In Lethem weer een stempel aan de verzameling toegevoegd en richting de grens gegaan, die wordt aangeduid door de Takatu-rivier. Daar heeft Martijn nog een duikje genomen, alvorens we op pad gingen naar de volgende felbegeerde stempel, die van Brazilie. In Bonfim, nadat we de douanes gepasseerd waren, de bus gepakt richting Boa Vista. Een gemoedelijk stadje, wat niet al te veel te bieden had, maar waar ook al zeer snel duidelijk werd dat dit land voetbalgek is. Het eerste wat we daar deden, nadat we ons stekje gevonden hadden, was dan ook even lekker de Braziliaanse Beker bekijken op TV, waar de oude, bekende Ronaldo nog voorbij kwam. Daarna een dagje de stad bezichtigen en een dagje aan een rivierstrand, wat relaxed en tevens mooi was. Daar ook nog wat rondgewandeld in de amazones en de mooie omgeving bekeken. Tijdens de laatste duik, alvorens we zouden retourneren, werd Martijn nog door een mysterieus visje aan zijn tepeltje gezogen. De volgende stop was Manaus. Een gemoedelijke, maar grote stad, waar we uitkwamen na een rit van zo´n 12 uur. Ik overdag om de omgeving te kunnen bezichtigen en Martijn volgde s´nachts om een hotelovernachting te besparen. Op de weg er naartoe veel mooie uitzichten gezien, drijvende bossen en 2 Ara´s (papegaaien). Dit keer de blauw/gele variant. Wat een prachtige beesten zijn dat toch. Eenmaal beide in Manaus aangekomen, weer op zoek gegaan naar een stekje, waar we onderweg nog een voetbalstadion tegenkwamen, die konden we uiteraard niet links laten liggen. Hier ook weer een ´McDonalds` tegengekomen, voor het eerst sinds Venezuela. Ons gesettled en opgemaakt voor wat Manaus en omstreken ons zou gaan bieden. De volgende dag even aleen op pad geweest, door het centrum geslenterd richting een Flamengo-fanshop en naar een overdekt winkelcentrum gegaan. Hier hebben ze die weer, zoals in alle andere landen behalve Guyana. Gemoedelijk sfeertje en behoorlijk luxe. Daar ook meteen maar weer een filmpje bezocht. In de tussentijd was Martijn richting een museum geweest, waar ik later deze week ook nog ben geweest. Best indrukwekkende geldverzameling hadden ze daar. Tevens heb ik nog een rondleiding genomen door een prachtig bouwwerk, het ´Teatro Amazonas`. Andere dagen van de week hebben we met wat aanstormend talent gevoetbald, in een kooi op een stenen veldje. Waar er maar 2 schoenen draagde en dat waren 2 Nederlanders. Hier is iedereen welkom om mee te doen. Zo deden er zelfs veel vrouwen mee, waarvan er ook een aantal behoorlijk konden voetballen. Een andere dag deedt er zelfs een zwerver mee... veel gekker heb ik het nog niet meegemaakt. Maar een unieke en mooie ervaring in een land waar ongeveer alles draait om voetbal. We hebben hier ook het eerste stukje natuur bezocht, waaronder een park genaamd 'Bos van de wetenschap', waar dus een aantal dieren in een stukje regenwoud leven ter observatie. Waaronder loslopende apen en loshangende luiaards. De rode Ara was hier ook present, in het wild wel te verstaan. Om alvast een voorproefje te nemen op wat er komen gaat, besloten we een kleine 1-daagse tour te doen. Deze zou gaan naar de ontmoeting van de rivieren, de grootste lelies ter wereld, drijvende bossen en als klap op de vuurpijl, piranha vissen! De ontmoeting van de rivieren zijn 2 rivieren die heel langzaam mengen. 1 is zwart en de andere bruin, maar helaas was het niet al te goed te zien van een laag bootje. Dat werd even later rechtgezet door een aantal zoetwater-dolfijnen, die tevoorschijn kwamen, lelijker dan de 'lieve dolfijn' die we doorgaans overal op zien duiken. Daarna door naar de waterlelies, ten midden van een mooie locatie. Er moet gezegd worden, de lelies waren inderdaad wat groter dan die van de Oisterwijkse vennen. Namelijk de grootste ter wereld. Een best apart verschijnsel zo ten midden van een mooi stukje regenwoud. Tot slot, het deel waar het ons voornamelijk omging, namelijk piranha vissen. Niet geheel verrassend hadden we beide geen geluk en hebben we er dus geen Piranha uit weten te halen. De enige die het wel lukte was onze gids. Zelfs een Australier met een eigen, dure hengel en een plastric visje als lok-aas had weinig succes die dag. Na deze jungletocht waren we 'klaar' in Manaus, dus konden we opzoek naar een vervoersmiddel naar Santarem. De volgende plek midden in de Amazonas. Vliegtuig of Boot waren de enige opties. De boot werd door een hoogaangeschreven reisgids bestempeld als een mooie ervaring, die tevens goedkoper is. Vrijdag om 12.00 zo het moment daar zijn dat we met moeite afscheid moesten nemen van Manaus. Rond een uur of 6 waren we dan eindelijk aan het varen, in een volgepropte boot waar mensen de hangmatten kris/kras door elkaar hingen om zo de nacht door te komen. Gelukkig konden wij een dek lager slapen waar het wat rustiger was. Hangmat gehuurd en het eten, als je het eten kan noemen, zat bij de prijs inbegrepen. De rit zal in totaal 38 uut van ons bestaan in beslag nemen, een mooi ritje en puik om een keer mee te maken, op een rivier dwars door de Amazones. Zondag na onze 2de nacht op de boot te hebben doorgebracht, waren we dan in Santarem.

Week 23 + 24 + 25

Venezuela:

Bij deze dan een exotisch verhaal van mij (Martijn van Oorschot), want ik heb me een tijdje geleden aangesloten bij reisorganisatie ´van Baal`. De eerste week, ongeveer begin maart, ben ik aangekomen op Caracas, Venezuela. Daar is Daan mij komen ophalen, ook al was hij zo´n uurtje te laat. Niet zo erg, want ik had een leuk Venezulaans meisje ontmoet in Mexico City.
Die het laatste deel van de reis een stuk plezanter maakte ;)! Daan moest namelijk 2 keer anderhalf uur op de hoteltaxi wachten, terwijl het een behoorlijk duur hotel was. Dat is in Venezuela blijkbaar heel normaal. En dat is nog niets vergeleken bij de vele politiecontroles en de neigingen tot afzetterij van de locale bevolking. Niemand is echt coórperatief, laat staan vriendelijk.
En van Engels hebben ze al helemaal nog nooit gehoord. Maar het is de locale bevolking allemaal niet kwalijk te nemen, want vooral meneer Chavèz heeft het hele land onleefbaar gemaakt. De armoede en machteloosheid dwingt men tot hosselen. Hij betaald alles met zijn olie-inkomsten en waarschijnlijk de nodige cocaíne-handel, want de olieprijzen zijn het afgelopen jaar gezakt van 120 naar 40 US$ per vat.
Met dat laatste referendum heeft hij zichzelf voor eeuwig verkiesbaar laten stemmen. Dit is in Nederland vast nog uitgebreid besproken. Het was dan ook zijn laatste strohalm, want de financiéle middelen slinken dus met de dag en de bevolking begint zich te informeren en hem door te krijgen. Het enige wat hij namelijk voor ze doet, is een hoop, compleet nutteloze werkgelegenheid creéren, wat natuurlijk geen enkel toekomstperspectief biedt.
Daar hebben wij dan ook veel van ervaren. Van mensen die bij elke bus-terminal de locaties van bussen staan te schreeuwen, tot 11 schilders die hetzelfde hek aan het schilderen zijn. En dat op slechts 5 vierkante meter! Het is wel erg jammer, want Venezuela heeft een indrukwekkende natuur en een rijke, culturele historie. De bustochten waren wel verschrikkelijk koud,
(, want de airco zat aangesloten op de accu, wat goedkoper was, dus kon niet uit tijdens het rijden) maar toch de mooiste momenten van ons verblijf daar. Want ze waren vrij comfortabel en het natuurschoon was onvoorstelbaar mooi. Van regenwouden met allerlei plantages, tot volgebouwde heuvels, die vooral s´avonds mooi waren verlicht. We vroegen ons vaak af hoe die mensen daarboven praktisch konden leven.
Dezelfde dag zijn we doorgereisd naar Puerto de la Cruz, een kustplaatsje ten noord-oosten van Venezuela. Hier hebben we een balletje gekocht en 2 dagen doorgebracht. Nog wat gevoetbald op het strand en wat Zuid-amerikaans en Europees voetbal gekeken in een cafétje. Ook was net het WK Honkbal bezig, wat daar erg populair is, dus konden we de wedstrijden van het Nederlands team op de voet volgen.
Nederland won zelfs nog een kraker tegen de Dominicaanse Republiek! Vervolgens zijn we doorgereisd naar Guiria. Dat ligt in het uiterste oostpuntje van Venezuela. In die busrit, van 8 uur door het regenwoud, zijn we 2 Zweden tegen gekomen. Zij waren ook net onderweg naar Trinidad en hadden hun kaartjes voor de boot al gekocht. In Guiria aangekomen viel ons al meteen op dat het echt ´the end of the line` is.
Een klein, vervallen dorpje, waar helemaal niks te doen of te zien is. Later kwamen we er achter dat het gezien wordt als het Bagdad van Venezuela! We besloten met die Zweden naar een strandje te gaan, wat al een klein beetje in de buurt kwam van een caribbisch strand. Vervolgens hebben we wat gezwommen en vrij snel begonnen Daan en Andre (een Zweed) een weergaloze voetbal-golfbaan aan te leggen.
Na het bepalen van wat spelregels zijn we met zijn 4-en begonnen. Het bestond uit 5 holes en was verre van makkelijk! Met een redelijke overmacht en een prachtig stifje won Martijn dit kampioenschap. Maar Daan laat het er niet bij zitten en eist nog steeds revanche! Toen we s´middags de kaartjes voor de boot wilden kopen, accepteerden ze in eerste instantie geen Bolivàr (de nationale munt-eenheid), maar alleen dollars.
Na wat doorzeuren kon het wel, maar dan werd het omgerekend zo´n 400 US$ per persoon voor een retour naar Trinidad. Dus na een beleefde, dikke vinger besloten we snel de bus terug naar Puerto de la Cruz te pakken en van daaruit de boot naar Isla Margarita. Daar aangekomen zijn we meteen naar het vliegveld gegaan en hebben daar, met de nodige hulp van de achterban, een ticket kunnen boeken van Isla naar Trinidad.
En weer 3 weken later door naar Guyana (vanaf Trinidad) voor slechts de helft van de prijs voor de boot. Voor van alles en nog wat belasting moeten betalen op het vliegveld, maar toen waren we eindelijk Venezuela uit. Toch schijnt Isla Margarita al veel toegankelijker te zijn dan het vaste land, maar we wilden gewoon zo snel mogelijk weg uit dat hol! En nooit meer terug komen.


Trinidad:

Daar waren we dan eindelijk. The Caribbean, mán!! En al snel kwamen onze verwachtingen uit, want zelfs de duane was erg coórperatief en hielp ons meteen aan het goedkoopste gasthuis in het centrum van de hoofdstad. De hoofdstad heet Port of Spain en een andere grote stad was San Fernando, maar daar was niet erg veel leven. In verhouding is Trinidad een stuk duurder dan Zuid-Amerika,
maar deze caribbische ervaring mochten we niet gemist hebben. Dat zou Don Leo (Leo Beenhakker) zonder twijfel beamen, aangezien ook de voetbalbeleving hier geweldig is! Ongeacht de score wordt er uitgebreid feest gevierd, met in de rust een ware carnavalsoptocht. Vanaf het moment dat we landen, voelden we de peace al op ons neerkomen. Het is echt onvoorstelbaar hoe een paar honderd kilometertjes aan oceaan,
2 compleet verschillende werelden van elkaar scheiden. Want Trinidad is, qua mensen, mentaliteit en dagelijkse flow, het tegenovergestelde van Venezuela. En het was ook fijn dat ze hier Engels spreken, waardoor de communicatie praktisch vanzelf verliep. Vooral vergeleken met Spaans, wat we allebei nog niet optimaal beheersen. Al heb ik, door Daan´s ervaringen met de Spaanse taal, het begrijpen ervan snel op kunnen pakken.
De eerste dag in Port of Spain was fantastisch, want we kwamen erachter dat het grootste park van de stad in onze achtertuin lag. Dus daar zijn dat weekend snel naartoe gegaan en jawel hoor... het stikte er van de cricketspelers en voetbalteams. Die zaterdag mochten we met een Ethiopisch orthodox kerkteam meespelen, die net een vriendschappelijke wedstrijd hadden georganiseerd tegen A.C. Milan.
Ze droegen althans allemaal dat welbekende, rood/zwarte shirt. Het voetbal was niet erg hoogstaand en vooral verdedigend was de organisatie ver te zoeken. Maarja... wat is er nou mooier dan lekker aanvalluh! De volgende dag zijn we weer terug gegaan en hebben we op kleine (panna)goaltjes gespeeld, wat hier erg populair schijnt te zijn. Geef ons maar lekkere, grote goals en veel doelpunten! Daan is zelfs nog gescout door een oude vrouw,
die voorbij kwam lopen en ons had zien spelen. Wellicht de oud-coach van het nationale vrouwenteam. Hij is er in ieder geval erg trots op... en terecht! De volgende dag ben ik naar de locale barber gegaan en heb mezelf een soort Cristiano-Ronaldo-kapsel aan laten meten met opgeschoren zijkanten, want dat was het enige wat ze er hier van konden maken. Europees haar is als chinees voor zwarte kappers, maar wel mooi gladgeschoren.
Maar de ervaring was fantastisch en als het in dit deel van de wereld om voetbal gaat, dan is het altijd ´One love´!! Deze dag hebben we ook het officiele, nationale shirt van Trinidad goedkoop kunnen vinden. Welliswaar van 2006, maar we zouden niets anders gewild hebben. Dit was tenslotte het jaar dat Trinidad deelnam aan het W.K. Voetbal in Duitsland!! Zeg Beenhakker en iedereen hier weet over wie je het hebt.
Na een paar dagen chillen, zijn we naar San Fernando afgereisd om het grootste asfaltmeer (pitch-lake) ter wereld te bekijken. Daar aangekomen, kwamen een paar inofficiele gidsen als hongerige wolven op ons af gelopen. We negeerden ze en liepen regelrecht naar de grootste Rastafari, die we konden vinden. Dat was niet zo moeilijk, want er was maar 1 echte. En dat bleek een hele goede keuze, want de goede man vertelde,
alsof hij het voor de eerste keer deed. Zelf genoot hij ook zichtbaar van dit natuurgeweld, recht onder zijn voeten. Hij leefde elke dag zo dicht mogelijk bij de natuur. Op het meer lag een dikke laag asfast, wat overdag erg zacht werd. Vooral aan de oevers van het meer. De laag bestond uit tientallen samengeperste opperlagen fosphor, asfalt en metaangas. En overal waar je liep, moest je oppassen dat je niet in een grote metaan-gasbel ging staan,
want dan kreeg je een straaltje heet, gecondenseerd metaangas tegen je kuit aan. Het was alsof we op een hele zachte gymvloer liepen, met overal kleine 'bubble-traps'! De richting van het asfalt veranderde om de paar uur, waardoor er kleine watergeultjes ontstonden tussen de asfastscheuren. Sommige waren groot genoeg om even in te badderen en dat hebben we dan ook gedaan. Het water scheen over spirituele krachten te beschikken en door al het metaangas
werden alle bacterién in het water gedood. Het was rijk aan allerlei mineralen en natuurlijke grondstoffen. Ook zagen we een foto van een man die tot zijn nek in het asfalt gezakt was, omdat hij zonder gids even een noot wilden plukken aan de oever. Dus daar wilden wij natuurlijk ook naartoe en met zo´n supergids was dat geen probleem.

Na een paar dagen rustig aan doen, zoals dat hoort in de Caribbean, zijn we naar één van de beste stranden van Trinidad gegaan. 'Maracas Beach', wat volgens ons nog niet genoeg leek op een wit strand met een blauwe zee, maar we hebben daar toch een heerlijke dag gehad. Na 10 minuutjes kwamen we erachter dat de bal lek was en tegelijkertijd kwam er een 'grizzly-neger' zich aan ons voorstellen, die al aardig aangeschoten bleek te zijn van Braziliaanse rum.
Deze man heette David en was ongeveer onze leeftijd. Hij was alvast aan het indrinken met een paar vrienden, waarvan er één net was teruggekeerd uit Belem, Brazilié. Daar had hij 6 jaar gewoond en even getrouwd en een kindje gebouwd. Vandaar de 'Mobilla', braziliaanse piratenrum, die mij goed smaakte als rum-liefhebber. Al snel hadden we een nieuwe bal geregeld en wat Trinidadiaanse vrouwen, als publiek. Zolang ze niet lachten, waren ze best om
aan te zien. Toch hebben we ze uitgenodigd om s´avonds met ons te komen 'limen' in San Juan, waar onze nieuwe vrienden bleken te wonen. We mochten met ze mee naar huis en werden daar weer snel voorzien van harde reggea, bier en rum. We hebben daar de vrouw des huizes ontmoet, die ook ontzettend gastvrij was. Het was een gezellige backyard-party met veel variateit aan persoonlijkheden en drank, want later ging ook de vodka nog open.
En dat was voor mij letterlijk de laatste druppel, want toen ze ons terugbrachten naar het hotel, ben ik als een blok in slaap gevallen. Daan had daarentegen iets rustiger gedaan en - vooral belangrijk - van de vodka afgebleven. Die russen zijn echt gek!
Na nog één dagje voetballen in het park, hebben we de boot naar Tobago gepakt. Dit was overigens ons leukste en beste potje tot dan toe, want Daan scoorde 3 keer, waavan en mooiste op een assist van mij. En ik gaf een kleine, doch gespierde neger een zeer vernederende panna met de hak! Mijn team werd gek en van die Trinidader hebben we nooit meer iets gehoord. Toen ik bij het team van Daan ging meespelen,
beweerden ze dat ze 'big money' voor me betaald hadden. Kortom, een perfect potje voetbal. De belangrijkst bijzaak ter wereld! We hebben 2 dagen in Tobago doorgebracht. En door wat hosselen zelfs in een privé-huisje ter waarde van 90 euro per nacht, waar we nog geen 25 euro per nacht voor betaald hebben met zijn 2-en! We hoefden ons ook niet te registreren, dus helemaal jofel zal het niet geweest zijn.
Maar we verbleven er toch maar 2 dagen, dus we bedachten dat het wel zou loslopen. En los liep het. Het was een prachtig huisje met 2 slaap- en badkamers, airco en een keukentje. Daarnaast één van de lekkerste w.c.´s ooit en een mooi uitzicht. De 2e dag zijn we naar 'Englishman Bay' gegaan, wat een echt caribbisch strandje was met een zeer krachtige golfslag. We hebben nog steeds zand op onbeerlijke plekken zitten.
We zijn achter in de truck van de ijsco-man erheen gelift en terug met een andere truck. Dit verschafte ons van wat prachtige uitzichten! De volgende dag moesten we alweer om 4 uur s´nachts op, omdat de boot om half 7 vertrok en we wilden geen enkel risico nemen met de wedstrijd van Trinidad die zaterdag.
De wedstrijd was om 7 uur s´avonds en het was zo goed als uitverkocht. Een grote zee aan roodgekleurde mensen begaf zich naar het stadion. Wij en een fransman met zijn vriendin, die we 2 weken geleden in het hotel hadden ontmoet, namen eerst een lift en sloten ons aan bij de menigte. Overal op de tribunes stonden trommelaars met échte afro-mohawks, in de kleuren van het nationale team. Ze zijn niet meer opgehouden met feesten tot ver na de wedstrijd.
Trinidad speelde niet zo goed de 1e helft, maar wisten toch de nul te houden. Al kwamen ze begin 2e helft toch op achterstand, want toen begon Honduras steeds meer druk te zetten. En Honduras was technisch en positioneel ook een stuk beter. Toch ging het feest onverminderd door en toen Trinidad in de 89e minuut de 1-1 maakte, ontplofte het stadion compleet. Bier en hoofddeksels vlogen alle kanten op en een paar mensen werden vol op het hoofd getroffen
door een bierblikje. In de rust was er zelfs een ware carnavalsoptocht georganiseerd met mensen op tweeénhalve meter hoge stelten, genaamd 'Bungu´s'. Iets wat je bijvoorbeeld in Europa nooit zou zien en hier waarschijnlijk elke qualificatie-wedstrijd. Na de wedstrijd werd het gelijkspel gevierd als een overwinning. En terecht, want Honduras staat veel hoger op de wereldranglijst. Kun je nagaan wat voor gekkenhuis het zou zijn geworden als Trinidad
op voorsprong was gekomen of zelfs had gewo nnen! Het was weer een onvergetelijke voetbalervaring en we hebben de verenigingskracht van de mooiste sport ter wereld volop mogen ervaren!

Week 21 + 22

Bogota...De stad waar ´onze´ Jody Bernal geboren is, alvorens hij naar 6 maanden werd geadopteerd. Aldus Wiki. Gelukkig is die hier totaal onbekend en heb ik zonder zijn gejammer in Bogota mijn goed door kunnen brengen. Een leuke binnenstad, waar ik nog steeds aangekeken wordt alsof ik meteen drol op mijn hoofd rondloop. Op mijn gemakje dus wat rondgescharreld in de oude stad van Bogota, uiteraard even langs het paleis geweest.
In Bogota hebben ze uiteraard ook nog Monserate. Zelf had ik daar nog nooit van gehoord, maar in Latijnsamerika is het zeer bekend. Kort samengevat; een kerkje op een hoge heuvel. Fraai staaltje werk, dat vooral bekendheid geniet vanwege zijn 'gevallen Jesus'. Via een treintje omhoog, lopen schijnt gevaarlijk te zijn, het was dus absoluut geen kwestie van luiheid. Leuk ritje en eenmaal boven is het uitzicht helemaal niet onaardig. Aan de ene kant een overzicht van Bogota en aan de andere kant een mooi berglandschap. Nadat ik mijn zegje richting onze lieve heer gedaan had, maar weer het treintje terug naar beneden. Nog wat rondgewandeld in een overdekt winkelcentrum, die ik hier toch mooi blijf vinden.
Eenmaal klaar met Bogota het vliegtuigje richting de grens gepakt. Waarom nou het vliegtuig? Voor de verandering, omdat de rit van Bogota naar Cucuta (het plaatsje aan de grens) met de bus gevaarlijk schijnt te wezen. De vlucht zou vertrekken om 12.50, dus ik keurig netjes omstreeks 11 uur aanwezig. Er ging echter ook een vlucht om 11.30 dus waarom zullen die witte daar dan niet instoppen, dat vliegtuig wacht wel even, ik had namely de hint niet direct door en was een beetje hongerig. Door dit alles kwam ik nu voor het donker aan in Cucuta wat altijd wel fijn is, want ook daar was het ongetwijfeld 'poligroso'. Daar zou ik eigenlijk een nachtje blijven, maar na genaaid (spreekwoordelijk) te zijn door een taxi chauffeur en de stad gezien en vooral geroken te hebben, maar meteen door naar San Cristobal, plaatsje net over de grens met Venezuela. Dit gebeurde in een oude amerikaanse wagen nadat ik mijn resterende Pesos had ingewisseld voor Bolivares, hier nog 2 voor 1. Dit was een mooie rit door de bergen, helaas weinig van kunnen genie ten, want het was inmiddels donker.
‘s Avonds dus in Venezuela aangekomen. Dingen die je dan opvallen zijn onder andere de schitterende berglandschappen overal om je heen, maar ok de campagne/kop/slogan van Chavez op iedere hoek van de straat, mensen die je negeren omdat je blank bent en even later de overdreven hoge prijzen (120 euro voor het nationale voetbalshirt en 190 voor dat van Barca). Het kan echter allemaal 2x zo goedkoop zijn ben ik inmiddels achtergekomen. Eeven wat wiskunde tussendoor voor degene die ooit nog van plan zijn om dit qua nature prachtige land te bezoeken. Ik ging ervan uit dat 2 Bolivares gelijk stond aan 1 Peso, bij de bank wordt dat echter 1 op 1. Met het pinnen bij de bank krijg ik voor 1 Euro 2,5 Bolivares. Als je echter bij die irritante mannetjes bij de grens of op het vliegveld wisselt krijg je voor 1 Euro maar liefst 6 Bolivares, dat scheelt nogal.
Afijn, de volgende dag door naar Merida, althans dat was het plan. Ware het niet dat die grappenmakers me in de vertebrae bus gestopt hadden. 4 uur zou de rit duren. Na 7 uur dacht ik een te vragen waar ik nou eigenlijk aan beland was, Barinas aldus de vrouwelijke schone voor me. Toen ik gevraagd werd naar mijn eindbestemming bezorgde ik met mijn antwoord mijn medepassagiers een goede tijd. De bus ging echter totaal niet naar Merida maar richting Caracas en verder. Ik dus uitgestapt in dat gehucht en de volgende dag dan wel naar Merida. Het bleek niet voor niks te zijn, want de rit van Barinas richting Merida was werkelijk waar fantastisch mooi... Dan eindelijk in Merida aangekomen, de stad waar de hoogste en langste telesferico ter wereld schijnt te zijn. En jawel, hij was er nog. Enkel een Klein detail, hij was gesloten. Wanneer hij dan weer opening was mijn brandende vraag, ik kwam er echter aan zaterdagmiddag, dus had mijn hoop gevestigd op maandag. Blijkbaar wordt dat ding pas weer over een jaar over 3 heropend, die dictator die dit land bestuurd had hem recently gesloten.
Gelukkig was er dan nog wel een voetbalwedstrijd dit weekend in Merida, daar ben ik, vast niet geheel verassend, dus even naartoe geweest. Een grotere parodie op een voetbalwedstrijd op het hoogste niveau heb ik nog niet gezien. Saai was het echter niet, het begon met een stadionspeaker. Wat een held was dat.
Er zaten alles bij elkaar denk ik een man of 8 in het stadion, toch probeerde hij door naa beide hostelling opgesomd te hebben, het publiek op zijn hand te krijgen. Dit door middel van fanatiek liederen te zingen en wanhopig tussendoor te schreeuwen dat ze allemaal mee moesten zingen. Wat uiteraard niet gebeurde, hoe zielig ik dat ook vond. Dan tijdens de wedstrijd werd er ook door de supporters gezongen, alleen door de thuissupporters, want tussen die 8 zat geen uitsupporter. Die 8 werden dan ook nog eens gesplit in 2 groepen die het weigerde om de zelfde liederen te zingen. Dan kwam nog het voetbal...ik schat de 4de klasse in Nederland hoger in (Jaap, ik reken hier weer op jou).
Verder was in Merida weinig te zien en gingen we maar door naar Maracaibo, op bezoek bij een oude bekende. Een gastgezin, de eerste van de 3. Bij alle 3 valt op dat als ze je oppikken van het busstation dat er minimal 1 familielid aanwzig is, dat de tv in de slaapkamer staat en, ook niet oon belangrijk, dat ze allemaal hun tanden poetsen met Colgate. Deze hebben me 1 dag rondgereden door Maracaibo waar, buiten een aardig pleintje en een lange brug, weinig te zien is. Benzine kost hier trouwen maar een euro voor een volle tank. De 2de dag was mijn gastvoruw ineens verdwenen maar rond een uur of 4 kwam ze dan toch opdagen om me vervolgens mee te sleuren naar een winkelcentrum, wat ik overigens niet erg vond. Ach, aan al het mooie en vermakelijke komt een eind, we moesten door. Richting Falcon, volgende gastgezin, je moet toch wat om niet na 3 dagen blut te wezen hier. Ook deze heeft me rondgeleid door de omgeving. Wat dan wel weer mooi was. Zee, zon, strand, Bergen enz. De volgende dag regende het jammer genoeg 24 uur lang, waardoor ik die dag weinig heb kunnen doen. 's Avonds de nachtbus naar Caracas gepakt. De bussen zijn hier overigens heel comfortable, enige jammere is echter dat om het uur weer een manatje in het groen binnen komt die alle paspoorten wil zien en wellicht ook even je tas wil doorzoeken. Een ander Klein detail is, dat ze zo trots zijn op hun airconditioning dat in elke bus een graad of 40 kouder is dan buiten, 2 broken en 2 truien is dan nog niet genoeg om je warm te houden.
4.30 aangekomen in Caracas, waar ik dicht bij het vliegveld wil blijven om daar morgen wellicht iemand op te halen. 100 bolivares Aldus de komieken die itself taxi chauffeurs noemen. Gelukkig had ik ook hier een gastgezin, die me na het centrum van Caracas, waar bij iedere straat vermeld werd dat het gevaarlijk was (ik denk dat ze daarom met pepperspray rondliepen), en een middagdutje, ook nog het paleis lieten zien, daar waar Chavez zit. Dat was ook weer mooi. Ik dacht even een foto te nemen van de vlag van Venezuela, komt er alweer een mannetje in het groen op af. Nee, nee, laat maar eens zien...foto van een vlag en wat blauwe lucht. Of ik die toch even dringend wilde verwijderen, heel slap weer. Wat ze echter niet weten ik dat ik later, op het vliegveld lekker toch de vlag heb gefotografeerd.

Week 19 + 20

Wederom bedankt voor de reacties, ook leuk dat er telkens weer verassinde nieuwkomers tussen zitten.
Hier ben ik nog 1 keer vanuit het land waar men buiten Colombia vooral van weet dat er veel cocaine in omloop is, dat er voetballers vermoord worden na het maken van een eigen goal, dat er een oud-voetballer is met een beroemd kapsel en dat Shakira haar roots hier heeft liggen. Toch is er meer. Zo zijn er leuke plekjes aan de kust, heb je mooie historische binnensteden, hoertjes die met zijn 2en treelike 'fuckie fucky' willen doen en zijn de mensen er zeker niet onvriendelijk. Ook zijn er veel universiteiten. Normaal vermeld ik het huiswerk van scholen in Zuid-Amerika niet maar deze vond ik het vermeldde wel waard. Hier krijgen de mannelijke studenten van de dokters opleiding als huiswerk de opdracht om de volgende dag een potje sperma mee te nemene. Nou blijken de meeste dat wel te doen. Echter, die enkeling niet klaar is gekomen met zijn huiswerk (even een flauwe worsening er tussendoor) al zeg ik het zelf) die moet dan maar even de WC tijdens de lesuren om vervolgens terug te keren na gedane arbeid.
Na nog een paar daagjes gechilled te hebben in Barranquilla (waar alles in het teken staat van Carnaval) en andermaal een bezoekje aan de bioscoop te hebben gebracht, dit keer eentje met Angelina Jolie, was het woensdag een tijd om, op het gemakje, in Santa Marta zien te komen.
Daar kwam ik dan ook aan ´s avonds rond een uur of 9 en ook dit keer ziekjes uit de bus gestapt. Dus mijn eerst volgende activiteit na het vinden van een slaapplaats was slapen. De volgende dag nog altijd wat ziekjes, dus ook die dag Greendale in mijn nest doorgebracht. Ik heb het idee dat de combinatie lariam+busrit, niet goed werkt. Zowel deze als de vorige keer, heb ik voorafgaand aan de busreis nog snel een pilletje genome. Al de andere keren, zonder pilletje, ging het prima.
Aafijn, de volgende dag kon ik weer dingen ondernemen en dat deed ik dus ook. De dag begon met het bezoeken van een stadionnetje... Hier ging het me voor de verandering niet om het stadion, maar vooral om het standbeeld van Valderrama. Uist, de legendarische voetballer di in de wereld vooral bekendheid geniet vanwege zijn kapsel is in Colombia uitgegroeid tot een nationale volksheld. Over volkshelden bespoken, ook Bolivar is er zoeen. Die heeft hier in elke stad een pleintje gekregen. Deze man die belangrijke was voor de vrijheid van diverse landen in Zuid-Amerika heeft ook nog even in Santa Marta gewoond, die is hier zelf gestorven. Dus zijn huis en bed waarin hij gestorven is heb ik deze midday ook nog bezocht. Waarschijnlijk, komen we daar in Venezuela nog wel meer van tegen, daar is hij immers een aantal honderd jaar geleden te wereld gebracht.
‘s avonds op de weg terug liepen we per ongeluk tegen een carnavalsoptocht aan. Nou is het geen geheim dat ik geen groot fan van carnaval ben, om het zacht uit te drunken. Toch vond ik het hier wel behoorlijk geinig, een geheel andere belevenis dan bij ons in Nederland. Kleurrijk, Zuid-Amerikaanse muziek en iedereen danst, een beetje Rio de Janeiro alleen dan in het heel Klein (denk ik).
De volgende dag een nationaal park bezocht, genaamd Tayrona. Dit ligt aan de kust van Colombia. Wederom een apensoort gezien en mooie 'prive' stranden. Toch lekker om zo even door de frisse nature te wandelen waar je de vogels hoort zingen en het water van de zee tegen de rotsen omhoog hoort slaan.
Ook deze dag liepen we op de terugweg bij toeval tegen een carnavalsoptocht aan. Ook bij deze maar even blijven hangen...
Hier werd me ongeveer het nieuws kenbaar gemaakt dat ik, als het goed is, binnenkort gezelschap krijg van Martijn. Die in Caracas aan gaat komen rond de 9de van maart.
De volgende dag ben ik dus meteen doorgegaan naar Cartagena, waar ik ‘s avonds aankwam, de volgende dag als een dolle gewandeld om zoveel obelisk van deze stad in een dag tijd te zien. Aardig gelukt. Heel leuk binnenstadje, waar kennelijk het fenomeen ‘toerisme' al enige tijd bekand is, want om de 2 meter staat er alweer 1 aan je kleren te trekken om te vragen of je mischief het shirtje van de laatste voetbalkampioen van Colombia wil kopen. Het leuke hieraan is dan weer dat Colombia net zoveel verschillende kampioenen heeft gehad als dat er overpowers rondlopen. Cartagena is tevens een plaats waar veel drugs van geimporteerd en exporteerd word (gok ik), in 12 uur ben ik daar 2 keer gefoulleerd door een politi-agent.
De volgende morgen al vroeg richting Medellin gegaan , dit nam de hele dag in beslag, 15 uur. De volgende dag even door het centrum geslenterd, waar veel beelden staan van ene Boltero. Deze man had kennenlijk een obsessie voor dikke wizens. Alle beelden en schilderijen waren dikke mensen,honden of wat dan ook.
De volgende dag wat meer van Medellin gezien en onder andere eventjes frisse lucht gehapt in de Bergen.
‘s avonds vond er ook hier een voetbalwedstrijd plaats, die heb ik niet laten schieten en daar zat ik ‘s avonds in de regen! In een bijna leeg stadion naar een wedstrijd van de colombiaanse hoogste klasse te kijken. De sfeer was er echter niet minder om.
De volgende dag de telesferico genomen. Tot 2 keer toe, overdag en ‘s avonds. Dit vond ik toch wel heel mooi. Kost bijna niks, aangezien het voor de mensen gewoon een metro is die de heuvels op gaat. Dit gebeurd echter doormiddel van een kabelbaan. Deze rit gaat over vele krotjes heen bergopwaards, aan het eind van de rit wordt je dan beloond met een prachtig uitzicht over de gehele stad van Medellin.
Tijdens mijn verblijf in Medellin mocht uiteraad het bezoekje aan Piedra del Penol niet ontbreken. Vroeg vertrokken naar dit toch wel speciale verschijnsel. Een enorme rots die zomaar uit de grond is komen opdagen. Ter paard omhoog. Deze rots is omgeven door vele wateren en Bergen, dit geeft een prachtig uitzicht. Die wateren zijn echter wel aangelegd door de mens, werd me verteld. De omgeving van Piedra del Penol biedt tevens elektrischeteit aan heel Colombia en schijnbaar ook ver daar buiten. Na voldoende genoten te hebben van het mooie uitzicht met een soort tuc-tuc naar beneden.
‘s Avonds stap ik op de bus richting Bogota, waar ik waarschijnlijk nog een paar dagen door ga brengen alvorens ik Naar Venezuela vertrek.
Al heb ik hier in Colombia minder tijd dan in andere landen besteed, vervelend is het hier tot op heden niet. Ik ies er echter voor om het stuk tussen Colombia en Caracas in Venezuela wat rustier aan te doen en wat plekjes in Colombia te skippen. Zodat ik de 9de of 10de in Caracas aanwezig kanzijn, mocht Meneer van Oorschot daadwerkelijk die vlucht pakken en niet momenteel ergens zijn benen aan het breken is.

Week 16 + 17 + 18

Allereerst wil ik jullie bedanken voor het bezoeken, bekijken, lezen en becommentariseren van mijn foto´s en verslagen
Omdat ik geen zin had in een busreis van 8 uur en omdat ik even goed alleen wilde slapen, heb ik een tussenstop in Santiago gemaakt. Daar is niks te beleven verder. Daar ben ik 1 nacht gebleven alvorens ik doorging naar Panama Stad.
Daar aangekomen voelde het eigenlijk meteen goed. Ik vind het een leuke stad. Nou schijnen er plaatsen te zijn waar het minder chill is, maar daar ben ik dan denk ik niet geweest. Er is genoeg te zien en te doen. Hier heb ik alles op zijn gemakje gedaan. Opzich zijn er ook weinig redenen te verzinnen om haast te hebben.
2 dagen heb ik besteed aan het zoeken van een souvenir, eentje die ik moet hebben, het nationale voetbalshirt. Dat duurde 2 dagen omdat mijn maat overal uitverkocht was. Als ik het goed begreep krijgen ze per winkel 1 shirt binnen van maat S. M en L hadden ze overal wel. Ik snap het niet helemaal want vrijwel alle mensen komen hier (net als ik) tot de heup van de gemiddelde Nederlander. Maar uiteindelijk had ik er dan toch 1 te pakken. Inclusief drinkbeker en sleutelhanger, wat wil je nog meer. Verder beviel het afslenteren van winkels me wel. De winkelpassage zijn er erg lux en er hangt een gezellig sfeertje. De rest van de dagen heb ik uiteraard besteed aan het bezichtigen van de stad.
Het Panamakanaal kan dan niet ontbreken. Fietsje gehuurd en over de autoweg er naartoe gereden. In het begin is dat even eng, maar went snel. Ook de lokale bevolking schijnt het lollig te vinden om een (gekke tourist op een) fiets te zien. Het Panamakanaal vond ik persoonlijk behoorlijk indrukwekkend om te zien. Later op de dag ben ik de 'causeway' gaan bewandelen. Een weg tenmidde van water aan weerszijde. Lekker rustgevendwandelingetje waar ik getuige mocht zijn van een mooie zonsondergang. Het is blijkbaar een rage om die causeway als sportgebied te gebruiken, want menig man en vrouw liep er hard. Dat is letterlijk bedoeld, rennen was denk ik net te intensief. Om na hun work-out toch het gevoel te hebben iets gedaan te hebben lopen ze alle maar in een dik trainingspak bij 30 graden zodat ze zeker bezweet terug zullenkeren van hun training. Ik vond het behoorlijk komisch om te zien.
Uiteraard was er in Panama nog meer te zien: het oude deel van de stad. Lijkt me duidelijk wat daar te zien was, namelijk: het oude deel van de stad. Daar zitten diverse indianen die proberen spul te verkopen. Het is ze bij mij nog gelukt ook. Dit deel heeft een ontzettend contrast met de het nieuwe deel. Waar in het oude deel vooral oude huizen staan, die in het rijke deel wel opgekanpt zijn. En om de hoek krotjes staan waar ze 2de hands pannen en deksel verkopen, is het nieuwe deel zeer modern en moet alles heel hoog en groot zijn.

Ook is er een natuurpark midden in de stad. Heel klein en ik heb er weinig dieren gezien. He geeft je wel een mooie panorama over de stad. Op dezelfde dag als van mijn bezoek aan dit park vond ook weer een honkbalwedstrijd plaats in het nieuwe nationale stadion van Panama. Daar besloot ikdus maarheen gegaan. Aangezien ik het bussysteem na 5 dagen nog niet doorhad besloot ik aan de wandel te gaan op zoek naar een bus. Toen ik op de snelweg terecht kwam leek er me iets niet juist. De politie dacht hetzelfde en deed even navraag. Ze vonden het niet erg om wat bij te verdienen en brachten me voor 2 dollar naar het stadion. De weg terug was ook mooi. Een bushalte naast het stadion en een grote wedstrijd gaande, dus je verwacht dat er wel bussen zullen rijden.Het was echter zondag... Ik toch maar op de bus wachten. Toen er een man langsgewandeld kwam werd ik ervan op de hoogte gebracht dat er waarschijnlijk geen bus zou komen omdat het zondag is. Maar hij moest ook naar de bushalte want zijn auto was gejat. Ik mocht dus meelopen, hij zou me de wegwijzen. Na een kilometer of 4 kwamen we dan uit bij een bushalte waar wel bussen kwamen en kon ik terug richting het hostel. Weer een mooie ervaring.

Na behoorlijk wat bezocht te hebben ben ik nog maar een keer naar het overdekte winkelcentrum gegaan, ook even een filmpje bezocht. Die met Bratt Pitt, was een goeie. Nadat ik het vermoeden had voldoende gezien te hebben nam ik de bus richting Colon.
Colon ligt aan de andere ingang/uitgang van het kanaal. Dit schijnt de meest gevaarlijke stad van Panama te zijn. Waarom ik er dan toch heen ga? Zona Libre, oftewel de Tax-free zone. Hier is alles blijkbaar spotgoedkoop dus wilde ik daar even een laptop aanschaffen, daarna wilde ik meteen weer weg. Het liep anders, in de bus werd ik ziek, het eerste wat ik buiten de bus deed was dan ook een plastic zakje van wat inhoud voorzien. Ik dacht dat het misschien verstandig was om even op bed te gaan liggen en een nachtje in Colon te blijven. Dit deed ik. Toen ik de volgende morgen beneden kwam waren er een aantal mensen lawaaierig. 1 van hen was een gats in het hotel, een andere een medewerker en nog 2 andere waren van de politie. Wat was nou het geval, die hotelgast was net gaan wandelen en werd tijdens zijn wandeling op zijk gezicht getimmerd en zijn spullen was hij kwijt. De verhalen over Colon bleken dus op enige waarheid te berusten. Uiteindlijk mijn reis voortgezet naar Puerto Lindo, saai gehucht waar ik me naar een leuke tijd in Panama Stad niet echt kon vermaken. Maargoed, de boot zou zaterdag vertrekken en het was al donderdag. Dit was dus de plek om de boot van 320 dollar naar Colombia te pakken en een geweldige ervaring op te doen. Als ik praat over boot, bedoel ik in deze een zeilboot van 12 meter waar de kapitein voor de laatste 13 jaar al in woont.
Zonder op details in te geen, toen ik eenmaal betaald had en mijn tas op de boot lag, bleek de kapitein een niet al te prettige vent te zijn. Helaas had ik inmiddels dus al betaald en besloot ik de gok maar te nemen. Zaterdag morgen stond er een trip van 6 tot 8 uur op het programma met 6 pasagiers inclusief de kapitein. Dit werd 11 uur met 2 extra pasagiers. Die zouden we echter dezelfde dag dumpen en zo meer ruimte creeren, we kwamen echter niet op de bestemming die dag. Dus die bleven nog een extra nacht en dag. Toen kreeg de kapitein (60)ook nog eens een ooge op 1 van de 2 (24) dus wilde die zich van zijn beste kant laten zien en bleven ze nog maar een nacht en een dag. Opzich niks op tegen natuurlijk...ware het niet dat alle 6 de andere pasagiers duitstalig waren en 1 van de 2 vertikte het gesprek in het engels te vervolgen als de andere dat probeerde te doen om het voor mij wat aangenamer te maken. Dan het leven op de boot. Van de 12 uur die we daadwerkelijk gevaren hebben, hing ik er 6 overboord om mijn PR die ik in Mexico recentelijk nog neer gezet heb wat aan te scherpen. Nadat ik weer na behoren kon functioneren, begon het bootsleven. Niks voor mij...geen douche. De afwas werd gedaan met zeewater waar de mannen 3 seconden eerder nog in stonden te pissen, was de vaat schoon dat werd het op het dek neergelegd, daar waar iedereen met hun blote voeten over heen loopt de gehele dag. Eten klaarmaken werd door iedereen (hebehalve door mij) gedaan. Ook door de kapitein die al zeker 10 jaar zijn handen niet gewassen heeft, staat te pissen over boord, vervolgens een g=keer zijn oren uitkrabt en daan maar eens eten gaat snijden. Ik denk dat het wel duidelijk is waarom het niet echt iets voor mij was. Toen ik me even ontrok van de mede pasagiers om te bedenken of ik wel mee door wilde varen, gaf bij mijn terugkeer in de groep de kapitein me het laatste zetje. Men was er niet om mijn gedachte te lezen, ik was iemand die alleen aan zichzelfdacht en ik moest meer praten. Dat besloot ik te doen en een boot die me terug naar het land zou brengen werd geregeld. YES!!! Nog een dagje met een big smile op de San Blas eilanden rondgelopen, tussen de Kuna Indianen.
De San Blas eilanden zijn werkelijjk waar schitterend! Overdreven mooi, helderblauw water, felgroene palmbomen en wit zand. Een paradijsje zal het in de volksmond genoemd worden.
Niet veel later zat ik dus niet meer op de oceaan maar op het vaste land, richting Panama stad. Mijn oude kamergenoot was er nog steeds en de zeer vriendelijke ontbijtmaakster was ook weer blij om me te zien. Hier even de tijd genomen om te chillen en op zoek te gaan naar een online baantje (nog niet gevonden) en een vlucht naar Colombia. (wel gevonden) 1 dag er tussen en dan kon ik richting Colombia. Daar ben ik afgelopen vrijdag aangekomen, in Barranquilla. De plaats waar Shakira geboren is! Die heeft hier ook een standbeeld gekregen. Normaal wilde ik dit plaatsje slecht als tussenstop gebruiken, maar er werd me verteld dat de volgende dag een wedstrijd zou plaatvinden in het grootste stadion van Colombia, voetbal uiteraard. Dus daar bleven we even wat langer voor. Bedroevend niveau (laat maar komen die inkoppers), weinig tactisch vernuft, maar zeer open wedstrijd en dat maakt het leuk. Voetbal blijft mooi, als de sfeer dan ook nog eens goed is heb ik het prima naar mijn zin. Overigens zit ik er nu nog altijd...die privekamer met alles wat ik wil erin voor 13 euro bevald me voor even uitstekend, even terugtrekken uit de hitte waar ik inmiddels alweer 4 maanden in zit, het is hier nog altijd zo dagelijk een graad of 30!

Week 15

Maandag met een aantal richting de hotspring in Panama. Die lagen vlak bij een rivier. Die rivier zijn we eerst ingedoken, want de temperatuur van het weer was al behoorlijk hot, eerst even afkoelen dus. Nadat we voldoende afgekoeld waren de hotspring ingedoken. Best wazig zo'n vijver warm water midden in de natuur. Heet was het! Na een tijdje chillen in de hotsprings terug richting David. Echter hebben we op de terugweg eerst een waterval aangedaan. Niet een al te spectaculaire (wellicht worden we te veelverwend) maar je kon er wel vanaf springen en er hing een tarzanswing, dat is altijd dolle pret.

De volgende dag al vroeg vertrokken richting een eiland genaamd Boca Brava. Heel rustig klein eiland aan de Pasific. Daar heben we die dag gezwommen en gewandeld. Zwemmen van dt eiland na een ander dichtbij gelegen eiland. Niet voor herhaling vatbaar met die stroming. Terug op het eiland waar we verbleven even het eiland gaan verkannen. Daarbij mochten we nog de nodige brulapen bezichtigen, die van boom naar boom slingerde. ´s Avonds slapen, de kamers waren allemaal vol dus moesten we het doen met een noodoplossing. Dit waren een stal afgeranselde matrassen die op een zolder waren gedumpd. We waren niet de enige die daar verbleven, ook een stel vleermuizen vond het daar gezellig...

De volgende dag deelgenomen aan een snorkeltour. Niet onaardig. Vlak bij een prachtig eilandje werden we het water ingestuurd. Dat waren vele vissen te zien in alle kleuren van de regenboog. In alllerlei vormen en maten. Dit duurde de gehele dag. Uiteraard ook nog even op het eiland door gebracht. We zaten met zijn 5 in de boot...2 amerikanen en 3 Nederlanders. Die amerikanen waren blijkbaar van mening dat ze terug naar huis moesten zwemmen en waren naar een tijdje verdwenen.Uiteraard gingen de schippers toen naar ze op zoek, dit lieten ze echter niet even weten en zaten wij dus zonder levensmiddelen op dat eiland. Gelukkig staat het daar vol met palmbomen en kondenwe wat kokosnoten eten/drinken. Toen ze die 2 op hadden gepikt gingen we naar de volgende locatie, wederom vissen in alle kleuren van de regenboog en dit keer ook een meesterlijk krab.Di constant met zijjnscharen omhoog stond om zichzelf te verdedigen tegen de mens.

De volgende dag van de ene kant van Panama naar de andere kant, de Caribische zijde, om precies te zijn Isla Bestimentos. Deze wilde ik eerst overslaan omdat het dichtbij Costa Rica is en zeer touristisch. Echter hebben de verhalen over gekleurde kikkertjes mij plannen om doen slaan. ´s Avonds dus aangekomen daar en de volgende dag de (mooite) stranden afgegaan. Wederoom aapjes gezien in de buurt van het strand en prachtige vogels. Hier liepen nog wat kinderen rond met gekleurde kikkertjes vast. Daar hoefde we het echter niet mee te doen want ook bij het hostel zaten diverse kikkertjes en vogeltjes, waaronder de kleine kolibri.

De volgende dag ben ik weer ter gegaan naar David. Na een weekje relaxen aan het strand nu nog even relaxen in David en dan richting Panama Stad al dan niet met tussenstop.

Week 14

Omdat zondag niet de meest handige dag was om inkoopjes te doen, ben ik de maandag nogmaals op pad geweest. Dit keer heb ik dan ook een camera gakocht, heel duur! Duurder dan in Nederland...

Dinsdag mijn ritje weer voortgezet, richting Puerto Jimenez. Om 5 uur opgestaan om de bus van 6 uur te pakken. Er was echter geen bus om 6 uur maar om 12 uur. Nog maar een keer door het geweldige San Jose gewandeld en wat kiekjes genomen met mijn nieuwste aanwinst. Om 12 uur dan daawerkelijk de bus gepakt, voor een 10 uur durende rit. 200 km gok ik dus dat moet ookwel een uurtje of 10 duren. Die bus gaat maar 1 keer per dag en er waren meer mensen dan zitplaatsen, ik had gelukkig een zitplek te pakken. Volgende dag dan maar zou je denken voor het restant van de mensen...Daar dachten hun ander over, 10 uur lang staan in de bus!

´s avonds laat dus aangekomen daar. En vrijwel meteen mijn nest in. De volgende morgen stond om 6 uur mijn volgende rit alweerop het programma. Van mijn verblijfplaats naar het nationale park. Een nieuwe ''busrit'' betekend in Costa Rica: Een nieuw avontuur! Om 6 ik was ik dus van plan de bus te pakken, staat daar een truck klaar. Deze truck had wat weg van een legertruck, 2 bankjes aan de zijkant. Er waren zitplekken voor 20 mensen, wie later kwam moest staan en wie nog later kwammoest er maar aan gaan hangen. Ik dacht de afgelopen weken ongever wel alle (on)mogelijke wegen gehad te hebben, maar zo slecht als deze kenden ik ze nog niet. Kan het amper een weg noemen...maar goed nade rit overleefd te hebben dus aangekomen bij het Nationale Park Corcovado, door National Geographic al 1 van de beste parken ter wereld bestempeld.

In dit park heb ik een kilometer of 20 gewandeld, 10 heen en 10 terug. De meeste doen een track van meerdere dagen, maar ik wilde Costa Rica onderhand uit (echter niet zonder dit park deels gezien te hebben). Het was inderdaad een prachtig park! De papegaaien vliegen je om de oren! Buiten dat groeien er mooie bloemen and wazigebomen. Het park ligt direct aan het strand, wat ook een luke bijkomstigheid is. Om 4 uur moest ik helaas de truck terug hebben.

De volgende morgen was het plan om naar Panama af te reizen. Dat heb ik dus ook maar gedaan. Met de boot van Peurto Jimenez naar Golfito en van daarui naar de grens. Voordat ik met de bootrit meeging nog naar een krokodillenvijver geweest, net buiten het centum. Je staat daar midden in hun terrein zoner hekje of iets. Tijdens de bootrit kwamen er nog wat dolfijnen voorbij gesprongen.

Toen ik eenmaal in Panama was het busje richting David genomen. Een hele opluchting! Eindelijk vlakke wegen, een normale/goedkope prijs vor de bus en ruimte voor je benen.

De vrijdag, mijn eerste volle dag in Panama gebruikt om even bij te komen van de laatste dagen Costa Rica en wat rond gebanjerd door David. Niks te zien maar heel relaxed. Tijdens mijn verkenningstochtje kwam ik erachter dat er deze avond een honkbalmatch plaatsvond in David. Honkbal is hier de belangrijkste sport, dus besloot ik er maar heen te gaan. Het thuis spelende team was vorig jaar 2de en Panama 4de van de wereld. Het niveau was dus wel hoog en die gasten kunnen gooien dat is ongelooflijk!

Dicht bij David, in Boquete, was een fair gaande. Voor dat we daar heen gingen nog een kleine wandeling gemaakt. Veel indianen tegen gekomen en een mooie natuur. De fair was buiten wat Panamaanse dansjes weinig aan. De zondag stond in het teken van een wandeling. Dit over een trail die eigenlijk gesloten was. Een paar weken geleden had het hier behoorlijk geregend en gewaaid en diverse bomen waren naar beneden gekomen en modderstromen waren er in overvloed. Nu was het weer rustig maar op sommige plekken was ehtpas verdwenen en moesten we gevaarlijk caprioen uithalen om onze tocht voort te kunnen zetten. De tocht was de moeite waard!